Bell( kampanula)
Belliede familie.
Grasachtige vaste planten, sommige gekweekt als biënnales;bloemen zijn campanulaat;de vrucht is een hangende doos, de zaden zijn klein.
Bell Altai * Perennial, de stelen worden verzameld in een compacte struik tot 70 cm hoog;bladeren smal,
lineair, fijn getand;bloemen zijn enkel, wit of blauw. Bells pinnacle-lenticle * Perennial;hoogte van de plant ongeveer 15 cm, stengels kruipend, draadvormig;bloeiwijze paniculair, bloemen tot 1 cm in diameter, hangend, wit, blauw of lila, er zijn variëteiten met dubbele bloemen;bloeit in juni-juli. Bellflower jellyflower * Steel rechtopstaand, vertakt, tot 150 cm lang;bloeiwijzen groot, trosvormig, bloemen met een diameter tot 4 cm van dezelfde kleuren als bij de voorgaande soort;bloeit in juni-juli. Klokken met rode kop ♦ Stengel rechtop tot 120 cm hoog;bloeiwijze - losse borstel, bloemen breed-gerangschikt, blauw of wit;bloeit in juni-juli. De bel is verveeld * De stengel is geslachtsrijp, tot 60 cm hoog;bloeiwijze capitact, axillair, bloemen tot 2 cm in diameter, van wit tot donker paars;bloeit in juni-juli. Handbell Medium ♦ Stijf stijfharig, tot 1 m hoog;bloemen tot 7 cm lang, er zijn half- en dubbel- en dubbele vormen, bloesems in juni - juli. Bellflower broadleaf * Stalk eenvoudig, tot 130 cm lang;bladeren groot, ovaal, behaard;bloeiwijze - spicate borstel, bloemen tot 5,5 cm lang, blauw of violet, zelden wit;bloemen, in juni. Vochtigheidseisen: matig. Vereisten voor warmte en licht: bijna iedereen geeft de voorkeur aan diffuus licht, de Altai-bel kan groeien op open zonnige plaatsen.
Vereisten voor grond: pretentieloos, maar op het vruchtbare groeit het beter.
Reproductie: biënnales - zaden( een teken van rijpheid - het rijpen van de capsule), vaste planten als zaden en stekken en splijting van struiken( late herfst).Kenmerken: de optimale afstand tussen planten is 30 cm. Bij het planten wordt de wortelmanchet op het bodemniveau gelaten.
Gebruik: bloembedden, broches, mixborders;voor snijden en forceren.