womensecr.com
  • Hoe te leren jongleren

    1. Allereerst heb je drie ballen nodig die gemakkelijk te hanteren zijn. Het is beter voor beginners om licht ruwe ballen te nemen, die niet erg veel springen en niet meteen wegrollen bij het vallen.

    Plastic ballen zijn ook geschikt. Ga voor het bed of de bank staan, zodat je niet vooruit beweegt als je ballen werpt. Als u ballen laat vallen, hoeft u bovendien niet zwaar te leunen om ze op te rapen.

    2. Begin met één bal. Houd je handen ongeveer op het middelste niveau en gooi de ballen rond de boog op ongeveer het niveau van je ogen. Laat de bal naar het niveau van je middel zakken en vang hem dan met de andere hand. Blijf een bal zo lang mogelijk werpen totdat je voelt wat je doet.

    3. Voeg een seconde toe als je een bepaalde vaardigheid hebt behaald met één bal. Pak de bal in elke hand. Laat de eerste bal vallen zoals beschreven in stap 2. Zodra deze bal de bovenkant van de boog bereikt, gooi ook de tweede bal. De bovenste baan van de tweede bal moet de bovenste baan van de eerste bal kruisen( zie afbeelding).

    instagram viewer

    Vang de eerste bal. Vang de tweede bal. Herhaal opnieuw, maar begin nu met de andere hand. Blijf trainen totdat je voelt wat je doet. Voordat je een nieuwe en de derde bal toevoegt, moet je ervoor zorgen dat je goed genoeg bent met twee.

    4. Neem twee ballen in één hand( in de rechterhand, als je rechtshandig bent, en links, als de linkerhand) en één bal in de andere. Gooi twee ballen in de lucht voor je met een "onhandige" hand, zoals weergegeven in Fig.

    Gooi de bal die in de tegenovergestelde hand is, langs een boog in de tegenovergestelde richting, Fig.(zoals je deed volgens punt 3 met twee ballen).

    Vang de eerste bal. Voor het vangen van de tweede bal, gooi de derde bal langs de boog in de tegenovergestelde hand( Fig.).

    Voordat je de derde bal vangt, gooi de eerste. Nu zijn alle drie de ballen constant in beweging. Vergeet niet dat als je de eerste bal hebt gegooid, je nooit twee ballen tegelijkertijd in één hand zou moeten hebben. Blijf gooien voordat je vangst, gooit, vist, gooit en van de ene hand naar de andere grijpt. Eén bal is altijd in de lucht en slechts één bal per keer in elke hand.